Van bijna geen baan meer hebben, naar opeens drie supertoffe banen. Met functies die ook nog eens precies passen bij wat je het liefste doet. Dat is het verhaal van Joyce, een coachee waar ik mee heb gewerkt. Door slim te netwerken wist ze dit helemaal zelf voor elkaar te krijgen. Ik vond haar verhaal zo gaaf, dat ik er graag een artikel over wilde schrijven. Joyce was ook enthousiast en deelt haar tips.

Toen ik Joyce ontmoette stond ze op een kruispunt. Haar aanstelling liep bijna af en ze had nog geen uitzicht op een concrete nieuwe baan. Ze was al aan het nadenken over plan B opties, om buiten de wetenschap een baan te vinden, maar dat was niet wat ze echt wilde. Hoe meer tijd er verstreek, hoe meer de spanning toenam. Stiekem had het toch een behoorlijke impact, zoals ik me kan voorstellen dat dat voor veel mensen geldt die in hetzelfde schuitje zitten.

Haar vraag voor de coaching was dan ook hoe ze haar netwerk strategisch in kon zetten, niet alleen voor de inspiratie, maar vooral ook om een baan te vinden. Met behulp van een netwerkanalyse kreeg ze veel meer inzichten in de contacten die ze had. Net als veel anderen merkte ze dat ze meer contacten heeft dan ze van tevoren dacht. Bovendien kreeg ze inzicht in de onderlinge relaties. Zo sprong er meteen één persoon uit. Deze persoon had lijntjes met alle mensen die belangrijk waren in haar vakgebied.

Voordat ze daadwerkelijk in gesprek ging, moest ze nog wel een slag maken. Want netwerken leek haar vooral ook spannend. Ze had herkenbare twijfels: Zitten die anderen wel te wachten op een gesprek? En hoe pak je dat nu eigenlijk aan? Ik hoor haar nog zo zeggen: “je kan toch niet vragen: heb je een baan voor me?”

“Heb je een baan voor me?” is inderdaad een vraag die je niet zo snel zal stellen in het eerste contact. Maar er zijn wel andere manieren om het aan te pakken. Bijvoorbeeld door mensen te vragen met je mee te denken. We maakten het meteen concreet naar een gesprek dat toch al in haar agenda stond. Daar kon ze haar voorgaande onderzoeksbegeleider vragen welke opties hij voor haar zag. En natuurlijk dacht hij graag met haar mee.

Ze leerde ook dat je gerust contact kunt opnemen met degene die jouw ideale baan heeft. Je kunt vragen hoe deze persoon op die positie terecht is gekomen en hoe diens dagelijkse werk er nu uitziet. Zo scherp je je eigen gedachten en leg je een zinvolle connectie. Anderen vinden het vrijwel altijd leuk om over hun eigen werk te vertellen, zo ondervond ook Joyce.

Op die manier nam ze ook contact op met de persoon die niet alleen haar ideale baan had, maar ook nog eens veel connecties had met alle mensen in het veld. Dit laatste bleek cruciaal te zijn voor Joyce. Een paar dagen later zag hij een vacature die haar op het lijf was geschreven. Hij stuurde niet alleen de vacature naar haar door, maar legde ook meteen een contact. Hij informeerde de persoon met de vacature dat hij ‘iemand kent die dit heel goed kan doen’.

Wat voor haar ook heel belangrijk was, was om helder te maken wat voor baan ze precies zocht. Omdat ze zo graag aan het werk wilde en de tijd begon te dringen, had ze de neiging om te zeggen dat alles in haar veld wel goed was. Dat maakt het echter voor anderen lastiger om een concrete optie te zien. Vergelijk het met als je op zoek bent naar ‘iets leuks voor in huis’ of een ‘mooie retro lamp’. Hoe specifieker je maakt waar je naar op zoek bent, hoe gerichter mensen je kunnen helpen en hoe meer kans je hebt dat je ook een resultaat krijgt dat je ook daadwerkelijk hebben wilt.

Na een aantal maanden later sprak ik Joyce opnieuw. Niet alleen heeft ze een supercoole subsidie binnengehaald, maar ze heeft ook nog een gave baan als docent en een kleine aanstelling als onderzoeker bij een kliniek voor eetstoornissen. Ze weet nu dat netwerken niet eng is, maar ook leuk. En bovendien, dat het een nuttig hulpmiddel is om een baan te vinden.

Wat ze fijn vond in de coaching was dat het lekker concrete handvatten waren. Het waren praktische dingen en het bleef niet vaag. Daardoor kon ze de tips ook meteen in de praktijk toepassen.  

De netwerktips houdt ze niet alleen voor zichzelf. Ze deelt met haar studenten, die in een moeilijke arbeidsmarkt op zoek moeten naar een stage als onderdeel van een vak dat ze geeft. Zo kan ze haar ervaring weer inzetten om anderen te helpen. 

Hopelijk kunnen wij, Joyce en ik, je met dit artikel inspireren om ook gebruik te maken van je netwerk. En wil je meer weten over Joyce, kijk dan hieronder om het korte interview te lezen.  

Over Dr. Joyce Maas

Joyce doet onderzoek op het snijvlak van de klinische praktijk en wetenschap. Haar onderzoek richt zich op de onderliggende factoren, die maken dat therapie werkt.

Waar werk je?

Ik werk in Tilburg (bij de universiteit) als post-doc, in Nijmegen (aan de Radboud Universiteit) als docent en in Helmond bij de eetstoorniskliniek van GGZ Oost-Brabant als senior researcher.pasfoto-dr-joyce-verkleind

Wat vind je het gaafste in je werk?

Het leukste vind ik dat ik nu een driepoot heb en alle aspecten van het werk als psycholoog kan combineren: onderzoek, onderwijs en de praktijk (hoewel ik daar ook onderzoek doe, maar je staat toch dicht bij de echte praktijk, dichterbij dan wanneer je op kantoor onderzoek zit te doen).